Al jaren heb ik de wil om de sfeer binnen een klooster te beleven. Door allerlei omstandigheden is het daar nooit serieus van gekomen. Deze wil komt niet voort uit religieuze gedachten, zie het ook niet
als een retraite maar meer uit nieuwsgierigheid. Waarom leeft men in een klooster volgens de gedachten van hun stichter en volgens zijn gestelde regels. Ik heb het over een mannenklooster omdat een vrouwenklooster voor een man moeilijk te betreden is.
Ja hoor, ik ben het klooster ingegaan, een heel weekend lang. Niet schrikken, ik treed niet in ook al zou dat lukken. De uitnodiging om een weekend in een klooster mee te gaan heb ik natuurlijk
direct geaccepteerd.
Op de Mamelisser berg ligt de Benedictijner Abdij S. Benedictusberg, in de volksmond Mamelis genoemd. De abdij ligt tussen Nijswiller en Lemiers, vlakbij de Duitse
grens, in het prachtig glooiend Limburgs landschap dat onderbroken wordt door de grillig meanderende Selzerbeek. Dit was de plaats van actie.
Het doel was duidelijk: het zoveel mogelijk
richten naar de dagindeling en de levenswijze van de monniken, maar dat betekent hier: ’s-morgens om vijf uur beginnen de Metten (nachtofficie) en om half negen ’s-avonds worden de Completen gebeden, daarna naar bed want om half 5 gaat de wekker
weer.
Per dag zijn er acht gebedsmomenten: ’s-Morgens om vijf uur de Metten, half zes de Lauden (morgengebed), kwart voor acht de Priem met aansluitend
het ontbijt, om half tien de Terts het gebed van het derde uur gevolgd door een eucharistieviering, om kwart over twaalf de Sext het gebed van het zesde uur met aansluitend het middageten, om twee uur de Noon het gebed van het negende
uur, om vijf uur de Vespers (het avondgebed) om half achtde avondmaaltijd en om half negen de Completen de voor de dag afsluitende gebeden. Buiten de Vespers en de eucharistieviering worden de andere gebeden de zeven kerkelijke gebeden
genoemd. De gegeven tijden kunnen voor zon- en feestdagen afwijken met een kwartier. Zo ziet het ritme van een monnik er uit, elke dag hetzelfde. Maar het is juist dat ritme waar hij voor heeft gekozen, dit ritme en de aanwezige stilte maakt hem tot wat
hij is en wat hij wil zijn.
Door werkzaamheden binnen de abdij hoeft niet iedere monnik de dagelijkse gebedencyclus te volgen maar wel zoveel mogelijk. De tijd die overblijft vullen
de monniken met diverse werkzaamheden. Het gastenverblijf in de abdij is sober maar voldoende, je hebt niet meer nodig. Dat geldt ook voor het eten, eenvoudig maar ruim voldoende met op zondag een grote pot bier. Het gedeelte waar de monniken verblijven alsmede
het gastengedeelte, het zogenaamde Slot, is verder voor niemand toegankelijk. De kerk en de crypte is voor iedereen toegankelijk, zelfs voor vrouwen die het kloosterslot niet als gast mogen betreden.
Buiten het vaste ritme van de abdij straalt ook de kerk en de crypte een uitzonderlijk gevoelige sfeer van rust en soberheid uit. De kunst van het weglaten met behoud van het doel is hier wonderwel gelukt.
Ik wil met de foto’s een sfeerbeeld meegeven van een weekend waar ik zeer van genoten heb. Het zal zeker een vervolg hebben. Harrie, bedankt voor de zeer waardevolle uitnodiging.
Ton
Goossens, november 2012