Het was een uitvaart in een klein dorpje in de Belgische Ardennen. Een mis en daarna een bijzetting in het
familiegraf. Een koude kille herfstdag in november. Een miezerige regen maakte deze dag nog somberder. Het was even zoeken, maar we hadden het gehucht waar we moesten zijn toch gevonden. Een klein dorpsplein met op een heuvel een kerkje dat er zo armetierig
bijstond dat we ons afvroegen of dit wel het goede kerkje was. Er was verder geen Godshuis te bekennen dus dit moest het wel zijn. Het geheel riep een sfeer op waaruit ieder moment Don Camillo tevoorschijn kon komen om een geschil met de burgemeester uit te
vechten. De deur van het kerkje was nog gesloten met een enorm hangslot terwijl de kieren en gaten onder in de deur groot genoeg waren om mogelijke inbrekers vrije toegang te verschaffen. Het kerkje zelf doet enerzijds dienst als gebedshuis en anderzijds als
opslagruimte voor attributen die gebruikt worden voor processies en andere kerkelijke activiteiten, Achterom het kerkje was, gevaarlijk bereikbaar via een smal met mos bedekt pad, het kleine kerkhof. Dit kerkhof vertekende dezelfde armoede als het kerkje.
De familie was intussen ook gearriveerd, deels uit Nederland en deels uit een naburig dorp waar ook familie woonde. Iedereen nam plaats in het kerkje. Er was amper nog genoeg ruimte om de grafkist neer te zetten. Zelf stonden wij vastgedrukt tegen een biechtstoel
waarvan de gordijntjes in jaren niet van stof ontdaan waren en waaruit, als je heel goed luisterde, je zelfs nog enkele geheimen kon ontwaren. Er werd een sombere doch waardige dienst gehouden. De aanwezige zangeres begeleidde zichzelf op een gitaar en werd
ook nog muzikaal ondersteund door haar vriendin op een keybord. Na de dienst, met al zijn merkwaardigheden en dorpse gebruiken, werd de overledene naar haar laatste rustplaats gebracht. Dat viel nog niet mee. Met zes dragers moesten we de kist over het
smalle pad achterom de kerk dragen. Door de regen was het pad erg glibberig geworden. Het gat van de graftombe waar de kist doorheen moest was erg smal. Vier collega's, waarvan we er een bijna achter moesten laten omdat er een stuk beton van de rand viel en
hem op een haar na mistte, gingen via een ladder naar beneden en namen de kist van boven over. In de graftombe werd mevrouw bijgezet in het familiegraf. Na de plechtigheid ging iedereen naar de gebruikelijke koffietafel. Wij werden ook uitgenodigd. Het is
niet gebruikelijk dat wij aan een koffietafel gaan aanzitten, maar gezien de barre weersomstandigheden en het dringende verzoek van de familie, zijn we toch maar aangeschoven. Heerlijk dampende soep en rijkelijk belegde broodjes vulden onze magen en maakte
ons van binnen en van buiten behaaglijk warm. Na een hartelijk afscheid van de familie keerden wij huiswaarts. Don Camillo hebben we niet gezien.