Het was een sombere november ochtend. Een flinke storm schud de bomen door elkaar en laat ze hun laatste bladeren verliezen. Het was behoorlijk koud en de regen dreigde de dag weg te spoelen.
Een dag dat ik weer op een begraafplaats liep om foto's te maken. Ik de verte zag ik een oud vrouwtje, gebogen tussen de bloemen bij een graf staan. Naderhand zei ze dat ze 86 jaar was. Toen ik haar naderde bleek dat haar leeftijd haar soepelheid had afgenomen
en dat ze moeilijk 'uit de heupen' kwam zoals ze zelf zei. Ik hielp haar overeind en een lieve glimlach van haar bedankte mij. 'Het gaat niet meer zo gemakkelijk meneer' zei ze. 'Mijn man ligt hiet begraven. Hij is vandaag jarig. De 11e van de 11e,
hij zal boven wel een feestje hebben denk ik', vervolgde ze. We raakten een beetje aan de praat. Zes jaar was haar man nu al dood, maar ze redt zich nog prima. Ze kan alles nog goed alleen en wil de kinderen niet tot last zijn. Vandaag heeft ze het
een beetje moeilijk. Koud, het lijf een beetje stram, en ja, de verjaardag van haar man. Ik hielp ze nog een beetje met de bloemen. 'Kijk meneer', zei ze tegen mij, 'deze bloemen staan er pas en nu kan ik ze al weggooien. Toch doodzonde, maar thuis heb ik
nog een bosje bloemen bij zijn foto staan'. Zo stonden we samen nog even in gedachten. 'Mevrouw', zei ik, 'ik hoop dat we het nog even droog houden. Doe voorzichtig met die harde wind'. Ze knikte ter bevestiging, trok haar handschoenen aan en begaf zich naar
haar rollator die achter haar stond. Toen ik verder liep hoorde ik haar nog zeggen 'Dag jongen'.