De dooi was ingetreden, een beetje nat maar niet meer zo koud en het was Valentijnsdag. De overledene is een vrouw van 94 jaar. Ze leidde een stil leven en weidde al haar tijd aan haar man
en drie dochters. Een 'groter' leven wilde ze niet, ze was er tevreden mee. De kerk was al lekker warm toen de eerste kerkbezoekers binnen druppelden. Zoals bij elke kerkdienst ga ik voor de dienst altijd even naar de pastoor of kapelaan van dienst. Even een
hand schudden en vragen naar eventuele bijzonderheden. Vandaag geen afwijkingen. De kapelaan was bij de familie geweest voor een 'levensverhaal' van de overledene. In onvervalst Limburgs dialect heeft de kapelaan alle anekdotes en verhalen van de kinderen
opgeschreven. Ergens is er iets misgegaan! Tijdens het In memoriam sprak de kapelaan over het slachten van de hond. Deze tekst fronste ook mijn wenkbrouwen maar ik had niet alles gehoord dus kon ik deze opmerking ook niet juist plaatsen. Na de dienst
liepen we van de kerk naar het kerkhof zoals dat hier gebruikelijk is. Samen met de drie dochters liep ik achter de rouwauto naar het kerkhof. Een van de dochters zei mij dat de kapelaan een vergissing had gemaakt. Ze vertelde mij dat de kapelaan zich had
vergist en dat moeder in zijn verhaal niet de hond maar de haan heeft geslacht. Samen moesten we toch wel om lachen om zijn verspreking en ik zei tegen hen dat er onbedoeld een leuke anekdote is ontstaan. Na de absoute op het kerkhof sprak ik de kapelaan en
zei hem dat de haan is geslacht en niet de hond. Verbaasd keek hij mij aan, was enkele ogenblikken stil en antwoorde verbaasd: 'Nee toch, heb ik mij zo vergist? Waarschijnlijk heb ik mijn aantekeningen verkeerd gelezen en het dialect van hond (heund)
en haan (heun) door elkaar gehaald'. Met deze nieuwe anekdote verliet de kapelaan het kerkhof, waaschijnlijk nog diep nadenkend.