Het was een prachtige zomerse dag in mei. Na een plechtige dienst in de kerk stonden we op de begraafplaats. We hadden de grafkist op de algemene afscheidsplaats gezet en de vele meegebrachte
bloemen er mooi om heen gedrapeerd. We nodigde de familie en nabestaanden uit om gezamelijk om de grafkist plaats te nemen zodat de geestelijke nog enkele stichtende woorden en gebeden uit kon spreken. Wij, als dragers, stonden wat afzijdig maar toch zo opgesteld
dat we alles en iedereen in de gaten konden houden. De zon brandde vriendelijk doch stevig op ons zwarte driedelig kostuum. Na een laatste dankgebed en de christelijke zegen vlogen op datzelfde moment een zestal ganzen vrij laag over de begraafplaats daar waar iedereen ook stond. Met een luid 'gak, gak, gak' alsof ze ook afscheid namen vlogen ze verder, ons in stille verbazing
achterlatend. Dit was niemand ontgaan en met een glimlach werd er afscheid genomen van de overledene.