We hadden een boekje en een cd over Fattoria ‘La Vialla’ gekregen, met interesse doorgebladerd en weer weggelegd. Zo gaat dat meestal.
Laatst zag ik die spullen weer liggen en hebben Anja en ik samen de cd toch maar eens bekeken.
Een Fattoria is een boerderij en wijngebied. Nu ligt deze combinatie in Toscane en wij, als echte amanti van Italië, hadden na het zien van de cd over deze Fattoria de sfeer weer te pakken. Het prachtige Toscaanse gebied met
haar opvallende cipressen en de overheerlijke producten die ze op deze Fattoria verkopen waren hier debet aan. Onze fantasieën liepen wat uit de hand, gingen op internet surfen en hebben nog wat verdere informatie aangevraagd. Dat hebben we geweten. Een
dik boek met alle informatie over de Fattoria en een bestellijst voor hun producten viel in de brievenbus. Later bracht de post ook nog een klein rond dikbuikig flesje, gevuld met hun zelf gemaakte olio d’oliva als kadootje. Na een tijd hebben we er enkele flessen wijn besteld, een heerlijk in de fles rijpende Mostovino Dolce, een witte Vernaccia de S. Gimignano 2010 en een frisse Spremuta
di uva. Het zijn juweeltjes die de Toscaanse sfeer over je tong naar binnen laten glijden en je er nog heel lang van laten nagenieten. Alle wijnen, pasta’s, olijfolie, koekjes, alle producten worden zelf gemaakt, alles op eco-biologische basis.
De opbrengsten van het land worden verwerkt in de producten van de Fattoria. We hebben ook nog wat potjes overheerlijk zoete la fragolina besteld. Een heerlijke frambozenjam waar je je, als je met je ogen dicht de deksel opent, waant tussen de volle
frambozenstruiken. Deze jam op een heerlijk beschuitje, tussen een zelfgemaakte taart of als extraatje in de vla of yoghurt, delizioso. Dit verdiend een vervolg.
Onze
vakantieplannen voor dit jaar, 2012: we gaan weer eens naar Toscane. We zijn daar enkele jaren geleden al eens geweest en hebben gelogeerd op het landgoed van signora Baldini. Een huisje boven in de bergen, vlakbij Pistoia. Via een erg steile en
ook nog smalle zandweg werden we al halverwege door de luid blaffende honden aangekondigd, de grote poort van haar landgoed ging open en we werden hartelijk verwelkomd door signora Baldini zelf, gekleed in haar, en voor vrouwen typisch Italiaanse, fleurige
werkschort. Een oude olijfperserij was verbouwd tot vakantiewoning, ons verblijf voor de komende twee weken. Behalve dat we lek waren gestoken door de vele insecten, hadden we daar een heerlijk verblijf. We mochten gebruik maken van alles wat op het land groeide.
Zonovergoten tomaten, basilicum, uien, appels en pruimen. Signora Baldini, een toen 78 jarige weduwe, nodigde ons ook een keer uit voor een heerlijke typische Toscaanse lunch in haar huis. Vlees, gebakken tomaat, aubergines en andere heerlijk gebakken zondigheden
vulde de tafel. Natuurlijk rijkelijk aangevuld met wijn. Na de overheerlijke en rijkelijke Toscaans gevulde dis kregen we nog een door haar zelfgestookt drankje aangeboden, we zijn wel wat gewend maar een tweede glaasje hebben we maar vriendelijk afgeslagen,
onze stembanden en slokdarm schreeuwden om water. Zo hebben we Toscane ontdekt. Met de trein naar Florence, naar Pisa en Lucca. S. Gimignano en Perugia. We hebben Toscane toen in ons hart gesloten.
Dit jaar dus weer naar Toscane. In Montecatini Terme hebben we een hotel geboekt en zijn in juni met de auto naar Italië gereden. Tijdens de voorbereidingen blijkt Fattoria ‘La Vialla’ op ruim 100 km afstand
van Montecatini Terme te liggen, dus een bezoek aan deze Fattoria staat ingepland..
Op donderdagochtend zijn we aangereden. De navigatie maar ingeschakeld, de Italiaanse
wegaanduidingen zijn toch ‘iets’ anders dan hier in Nederland. Na de snelweg voorbij Florence te hebben verlaten worden we verwelkomd door het prachtige Chiantigebied in het hart van het Etruskische Toscane. Hier en daar begeleid door de Arno en
groepjes cipressen, we rijden langs prachtig uitgestrekte wijngaarden, afgewisseld met zonnig geel bloeiende bremstruiken. Het is juni, dus alles staat in een kleurrijke bloei. De rijkelijk schijnende zon doet haar werk. Ook de bermen staan vol met fel rode
en fragile klaprozen, door ons Applaudi di Rosa genoemd. Wat ons beiden opvalt, is dat er voor de rij met wijnranken een rozenstruik staat opgesteld. Voor ons een vreemde combinatie en niet elke wijngaard heeft deze rozenstruiken. Wat blijkt bij navraag
in de Fattoria, de rozenstruiken zijn eerder vatbaar voor ziektes. Aan de gezondheid van de rozenstruik kan de wijnboer zien hoe het gesteld is met zijn wijnranken en kan,
indien nodig, tijdig maatregelen nemen indien zijn wijnranken besmet gaan worden.
Via schilderachtig kleine dorpjes als Valdarno en S. Giustino met hun typische Toscaanse
okerkleuren, komen we na ongeveer anderhalf uur in de buurt van de Fattoria. Achter het dorpje Castiglion Fibocchi slaan we linksaf de Via di Meliciano in. Na ca. 900 meter slaan we bij nummer 26 linksaf, we worden via een ruim 50 meter lange laan met aan
weerszijden metershoge cipressen naar de parkeerplaats, bedekt met rieten matten voor de vallende olijven, geleid.
We worden warm welkom geheten door een vriendelijke gastvrouw waaraan het Toscaanse leven ruim zichtbaar is. Een gezonde bruine kleur, lopend op haar sandalen en gekleed in haar witte schort met de naam en het logo, een boerenkar, van
de Fattoria erop. De eerste aanblik is fantastisch. Links een lichtgele oude auto die in het decor van The Godfather een mooie hoofdrol kon spelen, rechts een oude hooimijt met de boerenkar. Voor ons een klein gebouwtje met daarachter de ‘winkel’
zoals ze het gebouwtje daar noemen. Recht voor ons, steil naar boven het grote landhuis La Vialla. Ook deze laan wordt weer vergezeld van hoge cipressen. Als we ons omdraaien worden we getrakteerd op een adembenemend schouwspel van een glooiend landschap waar
alle kleuren groen met elkaar om het mooist strijden. Hier en daar een plukje cipressen, olijf- en wijngaarden. En alles bestreken door de prachtige zonnestralen die het land bijstaan in hun groei.
Hier en daar zijn een van de 23 landhuizen zichtbaar die de ruim 1200 ha tellen die de Fattoria groot is. De totale oppervlakte is wisselend bedekt met uitgestrekte eiken-, pijnboom- en kastanje bossen. De rest met olijfgaarden,
wijngaarden en weiden en de eerder genoemde landhuizen die voor een vakantie te huur zijn. Buiten de diverse gaarden zijn er ook nog ruim 1200 schapen en honderden kippen voor onder andere de zelfgemaakte en overheerlijke zachte schapenkaas, de pecorino.
Dezelfde vriendelijke gastvrouw verwelkomt ons in het Italiaans. Gelukkig spreken Anja en ik een beetje Italiaans, wat de Italiaan overigens zeer waardeert, maar ze merkt dan
toch dat wij niet uit Italië komen. Ze roept snel een van de andere dames en voor we het weten staan we met een Nederlandse stagiaire te praten. We krijgen in haar uitbundigheid alles over de Fattoria te weten. Van haar horen we ook het verhaal achter
de rozenstruik bij de wijnrank. Ze mag nog drie maanden op de Fattoria blijven voor ze weer naar Nederland gaat om haar studie af te maken. Ze vertelt ons dat er om half twaalf een kleine excursie over het landgoed begint waar we aan deel kunnen nemen. Na
deze excursie kunnen we in het ‘Casa contadina’, het boerenhuis met museum, gaan eten.
Er is trouwens de hele dag brood met
overheerlijke prosciutto en salame in diverse soorten te verkrijgen tegen een belachelijke kleine vergoeding. Natuurlijk inclusief de koffie en de vino.
De excursie wordt geleid door de Belgische Nicole, die al ruim dertig jaar op de Fattoria werkt. We gaan eerst naar een gigantische wijnkelder, het bottelen gebeurt ergens anders op het immens grote terrein wat nu te ver is om te lopen, zeker
met de warmte van deze dag. Tijdens de wandeling naar de wijnkelder horen we van alles over het eco-biologische project waarmee alle producten worden gemaakt, van de prosciutto tot de biscotti. In de koelte van de wijnkelder worden we overdonderd
door gigantische wijnvaten in diverse maten die in disciplinaire rechte lijnen staan te genieten van hun inhoud. De kleinere eikenhouten wijnvaten van ongeveer 200 liter worden voor drie oogsten gebruikt, daarna worden ze verkocht en worden ze elders weer
gebruikt om onder meer whisky in te stoken. De moderne en nieuwe grote 1000 liter vaten kunnen levenslang mee. Natuurlijk moet er ook geproefd worden. We krijgen een heerlijk glaasje rode wijn ter keuring. Ondanks het voor ons vroege tijdstip smaakt deze voortreffelijk.
Op weg naar de bakkerij krijgen we te horen dat zelfs al het afval van de druiven, olijven en zelfs de mest van de dieren weer wordt hergebruikt voor groeistof op het land. De
geplaatste zonnepanelen zijn ruimschoots voldoende om alle benodigde stroom te leveren. Het overschot wordt, als enig bedrijf in Italië, verkocht aan het Italiaanse energiebedrijf, vrij uniek.
De koekjesmachine is door onderhoud buiten bedrijf. De flessen olijfolie vinden hun weg in de dozen en gaan uiteindelijk naar de vrachtwagens voor verder transport. Ook de diverse pasta’s worden zorgvuldig verpakt en
regelmatig gecontroleerd op de hoge kwaliteitseisen van de Fattoria.
De visie van deze Fattoria, sinds 1978 eigendom van de Familie Lo Franco, is, dat er alleen aan
particulieren wordt verkocht. Dus geen wijn aan restaurants die de flessen voor veel geld op hun wijnkaart presenteren. Geen waterdicht systeem natuurlijk, maar ze controleren toch regelmatig waar grotere bestellingen naar toe gaan. Italië, Duitsland,
België, Nederland en Engeland zijn tot nu toe landen met depots waar de producten van deze Fattoria verkrijgbaar zijn.
Na de korte, doch leuke en interessante
rondleiding, worden we voor de lunch naar het Casa contadina gestuurd. Voor een lunch in het grote landhuis, boven op de berg, moet vooraf gereserveerd worden. ‘Volg achter de winkel het pad en dan komen jullie vanzelf bij het Casa contadina’
zegt Nicole. Vanaf het pad is de lunchlocatie nog niet te zien. Ruim vijf tot zeshonderd meter door de olijfgaarden, slingerend en dalend door het Toscaanse land, de zon volop aanwezig en vergezeld van de prachtige brem en de Applaudi di Rosa
bereiken wij ons doel. We worden vergezeld door een Nederlands echtpaar die we tijdens de rondleiding hebben ontmoet. We begroeten de ezel, die heerlijk staat te dommelen in de schaduw van de zon onder een grote boom, en lopen links de hoek om naar het Casa
contadina met de keuken en het museum. We staan op een groot grasveld met houten tafels en banken bekleed met wit katoenen tafelkleden. De her en der staande bomen zorgen voor enige schaduw boven de tafels.
We worden hartelijk welkom geheten door Michela en uitgenodigd om aan tafel te gaan. Michela vertelt ons over het museum, dat een overzicht geeft over het leven van de ouders en grootouders van de familie Lo Franco.
Na de lunch gaan we daar nog een kijkje nemen. De lunch zelf bestaat uit een overheerlijke frisse insalata misto gevuld met verse pomodori, balsamico, olio d’oliva en kleine stukjes pecorino. Een heerlijke in de eigen oven
gemaakte lasagne die het bord rijkelijk vult. Een mand met zelfgebakken pane in een doek gewikkeld, wilde spinazie, een rijkelijk gevuld bord met diverse soorten salami, een karaf water en, natuurlijk, een grote mandfles vino rosso.
Dit alles, met de sfeer van Toscane, de tafels en de lieve gasten, de rust die de omgeving afgeeft, maakt ons zo gelukkig. Het is de kers op de grote ‘La Vialla’ taart. Na heerlijk en in alle rust getafeld te hebben en leuke gesprekken met onze
tafelgasten, is het tijd voor het museum.
Het Casa contadina geeft een kijkje in het boerenverleden, hoe deze mensen vroeger hebben geleefd, de middelen die
hun boerenleven moesten vergemakkelijken en de eenvoud waarin deze mensen op hun manier gelukkig waren. We worden door Michela op de hoogte gebracht van de vele gebruiken. Michela is een jaar of dertig, dus het is leuk dat wij, de ouderen, haar ook nog kunnen
vertellen waar sommige apparaten voor dienden en haar kunnen delen in onze ervaringen van die tijd. Michela geniet zichtbaar van onze aanwezigheid. Een paar uur later nemen we afscheid en kost het ons, en zelfs Michele, enige moeite om zonder traantje van
dankbaarheid weer terug te lopen. Anja en ik kijken elkaar aan en zonder iets te zeggen weten we van elkaar dat we hier ontzettend van genoten hebben. Zo ziet Toscane er voor ons uit en nu hebben we het ook daadwerkelijk meegemaakt. We waren een dankbaar onderdeel
van het Toscaanse leven.
Het pad gaat weer omhoog en vergezeld van de gloeiende brem en schreeuwende Applaudi di Rosa delen wij al pratend de ervaring op
de Casa contadina, hoewel de eerste meters erg stil waren.
We kunnen de winkel, gerund door Gabriela, Nicole en Claudia natuurlijk niet links laten liggen.
De buitenkant is rijkelijk versierd met aan elkaar vastgebonden gedroogde maiskolven en bloeiende struiken. Via een oude toegangsdeur staan we in de winkel, een oud gebouwtje met daaraan vast gebouwd een oude steenoven die nog steeds dienst doet voor het bakken
van brood voor de dag-gasten. De tijd staat even stil, niets is er veranderd in de tijd. Het winkeltje staat overzichtelijk vol met alle producten die ze maken en verkopen. De enorme keus die de winkel biedt om mee te nemen wordt beperkt door de bagageruimte
in de auto. Alle gasten die er komen hebben hetzelfde doel: de Toscaanse sfeer die in de producten zit meenemen, koesteren en thuis aan iedereen laten proeven en rijkelijk verslag doen van het Toscaanse leven. We lopen het kleine trapje af en met een aantal
dozen rode en witte wijn, olijfolie, Spremuta di uvo en de overheerlijke la fragolina die klaar staan in een oude bolderkar, lopen we naar de auto en is het erg schikken in de bagageruimte. Op de terugreis naar Nederland zullen de koffers op
de achterbank moeten liggen. De kofferbak is helemaal vol...
We kunnen moeilijk afscheid nemen van ‘La Vialla’ en bestellen nog een cappuccino
om de tijd te rekken. On-Italiaans, want na twee uur in de middag drinkt de Italiaan geen cappuccino, alleen de toerist doet dat. We moeten toch gaan en na en warm afscheid en een brok in onze keel rijden we al zwaaiend de statige cipressenlaan af,
slaan rechtsaf de Via di Meliciano op en worden weer opgenomen door het Toscaanse land. Weer begeleid door de prachtige natuur en gevuld door een niet meer weg te krijgen Toscaans gevoel rijden we, met een brok in de keel, terug naar Montecatini Terme.
A presto… ciao.